
1. Thema dit jaar is Van Doekoe tot Digi. Waarom? En hoe komt zo’n thema tot stand?
“Dat doen we met elkaar. Wij hebben een projectbureau, maar ook een expertteam en een stuurgroep, waarin onder meer het Verbond is vertegenwoordigd. Alle partijen denken en praten mee. Daarnaast spreken we ook met kinderen en jongeren om te horen wat er bij hen leeft. Dit jaar hadden we bij het kiezen van een thema een extra uitdaging, omdat het MBO erbij is gekomen. We moesten dus op zoek naar een thema voor verschillende onderwijsniveaus en leeftijden. Eén ding wisten we wel zeker: het moest dit jaar gaan over digitalisering. In 2021 hadden we een geheel digitale versie van de Week van het geld. Daar wilden we graag op voortborduren.”
2. Dit wordt de 11e Week van het geld. Is het lastig om steeds weer iets nieuws te verzinnen?
“Nee, dat valt reuze mee. De wereld van het geld staat nooit stil. De uitdaging zit ’m eerder in het maken van keuzes. We zijn namelijk al snel geneigd om veel te veel in zo’n week te proppen. Bovendien zorgt de wereld om ons heen, met onder meer de Corona-pandemie, er wel voor dat we móeten innoveren. Zo hebben we vorig jaar door COVID-19 de week volledig online moeten organiseren.”
3. De week kan dit jaar hybride plaatsvinden. Maakt dat het leuker?
“We hebben bewust voor een hybride vorm gekozen, omdat er zowel voor online als offline wat te zeggen valt. Als je het mij persoonlijk vraagt, ben ik blij dat de honderd procent online eraf is. Het is fijn om elkaar weer te zien. Dat geldt natuurlijk helemaal voor de gastdocenten. Het is in de klas ook veel makkelijker om het gesprek aan te gaan. Zeker een Fix-je-Risk gastles is erg interactief. Aan de andere kant zorgt online ervoor dat wij een groter publiek kunnen bereiken. Zo kunnen onze Week van het geld Journaals, die dagelijks worden uitgezonden, via YouTube worden bekeken. In 2021 hebben we daarmee tussen de 1.500 en 2.000 klassen bereikt. Vergeet overigens niet dit jaar op dinsdag 29 maart te kijken naar het Journaal. Dan komt het thema verzekeren aan bod.”
4. Het bereik van de week is goed en het is inmiddels een van de populairste projectweken op de basisschool. Dat is mooi, maar levert het ook echt wat op? Wat is met andere woorden de impact van de Week van het geld?
“Het is van ‘een idee’ uitgegroeid tot een van de meest succesvolle weken in het basisonderwijs. Vorig jaar zijn er 24.000 gastlespakketten besteld. Bijna de helft van alle basisscholen doet mee en dit jaar voegen we daar het mbo aan toe. Dat is allemaal mooi, maar de Week van het geld is niet de oplossing waarmee we de schuldenproblematiek kunnen voorkomen. Wij slaan een week lang heel hard op de trom en proberen een zo groot mogelijk publiek te bereiken, met als ultiem doel dat er structureel aandacht komt voor financiële educatie in het onderwijs.”
5. Hoe belangrijk is het dat financiële educatie een vast onderdeel in het onderwijs wordt?
“Enorm belangrijk. Het is niet vanzelfsprekend dat ieder kind het van zijn ouders meekrijgt, terwijl we allemaal weten hoe belangrijk dat is. Financiële educatie heeft met kennis te maken, maar ook met gedrag. Leerlingen moeten op steeds jongere leeftijd financiële keuzes maken en dat vindt ook steeds vaker digitaal plaats. Denk aan een tikkie of ogenschijnlijk kleine dingen, zoals in-app of in-game aankopen. En er wordt van ze verwacht dat ze zelfstandig verantwoorde financiële keuzes kunnen maken als ze achttien zijn. Als wij willen voorkomen dat kinderen de mist ingaan als ze achttien zijn en bijvoorbeeld hun zorgverzekering niet betalen, dan moeten we nu actie ondernemen en zorgen voor structurele aandacht.”